Van Kerk naar Theater 39
BEMMEL - Het stuurvolk: Misjà Heinink en Frits Meurs. Mannen met parallellen: hun vrouwen heten Wies, hun vaders zaten in het meel, beiden hadden levenslang in het onderwijs, Misjà publiek en Frits particulier, beiden ontwikkelden ze hun muzikale talenten en allebei nemen ze hun verantwoordelijkheid door zich te belasten met bestuurlijke functies. Hoe gek kun je het maken, moge blijken uit hun vermogen de krachten van vele verenigingen te bundelen, wat met heel veel andere magische omstandigheden en mensen met bovenmodale inzet, tot de ombouw van de grote kerk naar een theatergelegenheid voor de hele gemeente leidde. Wie zijn ze en wat hebben ze in hun rugzakje:
Misjà: "Als zoon van een banketbakker te Zwolle kwam ik in '47 als zomerkind op de langste dag op de wereld. Afgelopen zomer lokte ik mijn stoere Friezin, Wies na 50 jaar terug naar exact hetzelfde plekje van de camping op Terschelling, waar het allemaal begon. Toen we de boot opgingen en Wies de kinderen zag staan zwaaien, zei ze meteen: we gaan terug naar de oorsprong."
Frits: "Molenaarszoon uit '50, ik deed MTS werktuigbouw en in de avonduren bedrijfskunde, maar van mijn moeder leerde ik mensen over de bol te strijken, want dat werkt beter dan tegen de haren in. We waren met vrienden onderweg naar Valkenswaard, waar een feestje was met een jongenstekort. Voor de mij onbekende jarige vond ik dat we bloemen moesten kopen, neutrale want we bedoelden er verder niks mee. Ik mocht de chrysanten zelf geven. Het werkte niet, maar toen ik met een blad drank struikelde, kreeg ik van Wies een schone blouse. We raakten aan de praat en hoe meer ik dronk, des te 'verstandiger' ik praatte."
Misjà: "In het onderwijs zwierf, werkte en studeerde ik via Rotterdam naar Amsterdam en Groningen, tot ik in '89 in Arnhem uiteindelijk als onderwijskundige directeur aangesteld werd van de 'Onderwijs Begeleidingsdienst' en in Bemmel belandde. Omgangskunde was mijn specialiteit, maar dat weet ik heden ten dage goed te verbergen."
Mijn buurman Chris Borgers stelde voor, dat ik in het bestuur van het OBC (Over-Betuwe-College) ging en daar had Jan Verhoeven mij als snel in de gaten en voor ik het wist was ik voorzitter van 'De Blauwe Pony' en ik kwam bij de Big Band terecht: 'want jij kunt piano spelen' en de Hoefiezers kwamen er ook nog eens bij. Van 2009 tot 2015 was ik voorzitter van de KBO, Katholieke Bond voor Ouderen. Zo'n 15 jaar geleden kwam ik Frits tegen, voorzitter van harmonie UDI, omdat hij met 'het muziekhuis' bezig was."
Frits: "We verenigden diverse muziekgezelschappen om samen sterk te staan en een clubhuis te realiseren. Als kind speelde ik bij Wierink alt- en sopraanblokfluit, kwam bij de harmonie en blies bij meerdere hofkapellen en later bij de Boemels. We realiseerden ons, dat er in Bemmel veel sportaccommodaties waren en geen enkele muziekvoorziening. We maakten een folder en demonstreerden voor het gemeentehuis: we kregen heel veel bijval. Het initiatief bloedde dood, maar we hadden wel geleerd, dat zodra je met meerdere verenigingen iets doet, je een gigantisch netwerk opbouwt van kennis en kundige mensen."
Misjà: "Die verbondenheid bracht spirit, waardoor er van alles tot stand kon komen, iedereen wil helpen, zonder ooit iets terug te vragen." Frits: "iedereen laat elkaar in zijn waarde, er loopt geen baas rond, en het mooiste is; je wil allemaal bij die groep horen. Misja: "En straks bij de technische dienst, zo bijzonder, zo uniek."
Frits: "Als je doorgaat kom je er toch. Misjà en ik scoren op eigenwijsheid een gelijkspel." Misjà: "Wij hebben gekozen onze eigen weg te bepalen, ambitieus, maar met realiteitsbesef. We zijn sterk geworden van het vechten met alle stuurlui aan wal. Frits: "Wij doen niet wat wij willen, maar wat een aantal verenigingen wil."